Inhoud
Wat is een dynamisch risicobeheersingssysteem?
Als werkgever bent u verplicht om ervoor te zorgen dat uw werknemers in een veilige omgeving kunnen werken. Daarom is het Dynamisch Risicobeheersingssysteem of DRBS opgericht: een wettelijk kader of systeem dat instaat voor een zo optimaal mogelijk welzijnsbeleid in uw onderneming.
Aan de hand van het Dynamisch Risicobeheersingssysteem kunt u een stappenplan volgen dat gaat van een algemene risicoanalyse tot een concreet actieplan.
Als werkgever bent u er zich van bewust dat werken met bepaalde risico’s komt. Het is vanzelfsprekend dat u deze risico’s tot een minimum wil beperken. Zo voorkomt u onaangename gevolgen zoals medewerkers die tijdelijk uitvallen door een arbeidsongeval of medewerkers die arbeidsongeschikt worden. De gezondheid van de werknemers staat bij het DRBS centraal.
De werkgever in België is wettelijk verplicht om een DRBS in te voeren vanaf het moment dat er één werknemer is aangenomen. Het Dynamisch Risicobeheersingssysteem vormt vervolgens de basis van het welzijnsbeleid in uw onderneming en bestaat uit verschillende stappen.
Ten eerste moet u een risicoanalyse laten uitvoeren die de verschillende risico’s in uw onderneming oplijst. Daarna legt u deze risico’s vast in een globaal preventieplan. Nu u de risico’s kent, is het van belang deze te voorkomen of beperken door preventiemaatregelen uit te werken. Het globaal preventieplan regelt dit op de lange termijn, het jaaractieplan op korte termijn.
Meer concreet omvat het DRBS zeven welzijnsdomeinen die in acht genomen moeten worden:
- Arbeidsveiligheid
- Gezondheid
- Psychosociale aspecten
- Ergonomie
- Arbeidshygiëne
- Verfraaiing van de arbeidsplaatsen
- Intern leefmilieu
Voor elk welzijnsdomein moet niet per se een aparte risicoanalyse opgesteld worden. Belangrijk is dat er rekening gehouden wordt met de wisselwerking van risico’s tussen de 7 verschillende welzijnsdomeinen. Dit gebeurt bovendien op drie verschillende niveaus:
- Organisatie in het geheel
- Elke groep van werkposten
- Individu
In dit proces staat u er niet alleen voor: u krijgt advies van de preventieadviseurs van uw interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Vervolgens is het natuurlijk van belang dat uw werknemers deze veiligheidsprocedures naleven. Het DRBS kan enkel werken als er een goede samenwerking bestaat tussen werkgever, werknemer en preventieadviseur.
Risico’s op de werkvloer in kaart brengen
Wanneer u een onderneming opstart en de eerste werknemer in dienst neemt, bent u wettelijk verplicht om een DRBS op te stellen. Een van de eerste stappen in dit proces is het in kaart brengen van de risico’s in uw onderneming. Er is sprake van de volgende vier essentiële stappen.
1. Risicoanalyse
De risicoanalyse houdt in dat u als werkgever de risico’s die bij bepaalde arbeidsprocessen en -situaties samengaan, identificeert en analyseert. Het principe van de risicoanalyse is dat u vervolgens kunt bepalen welke maatregelen deze risico’s kunnen voorkomen of beperken.
U moet als werkgever systematisch opmerkzaam zijn voor (nieuwe) risico’s. Het is van belang dat u vervolgens de nodige wijzigingen, methodes of middelen doorvoert. Zo staat u in voor een continue verbetering van het welzijn op het werk.
Verplichte risicoanalyses zijn onder andere die van de:
- Werkplaatsen
- Werkposten
- Risico-taakanalyse
- Werkmiddelen (bijvoorbeeld machines, gereedschap, transportmiddelen etc.)
- Brand
- Psychosociaal (bijvoorbeeld stress, burn-out, conflicten, ongepast gedrag etc. en hoe dit voorkomen kan worden)
- Ergonomie
Afhankelijk van uw bedrijf kunnen nog bijkomende risicoanalyses vereist zijn.
2. Globaal preventieplan of GPP
Na de risicoanalyse moet u een planning van preventieve maatregelen vastleggen in een globaal preventieplan of GPP. Het GPP loopt voor een periode van 5 jaar en vormt bovendien de basis voor het jaaractieplan of JAP.
Het GPP brengt twee onderdelen samen: de risico’s van uw bedrijf en wat u zal doen om deze risico’s uit te schakelen, te voorkomen of te beperken. U moet daarbij rekening houden met de aanwezige bedrijfsactiviteiten, arbeidsprocessen en de grootte van uw onderneming. Op die manier zijn de maatregelen specifiek op uw onderneming afgestemd en kunnen er persoonlijke beschermingsmiddelen ingezet worden.
3. Jaarlijks actieplan
De risicoanalyse en GPP zijn de belangrijkste componenten voor het opstellen van het jaaractieplan of JAP.
Het JAP is een verdere uitwerking van het GPP. In dit actieplan beschrijft u concreet welke maatregelen of acties u onderneemt om de risico’s van uw bedrijf te voorkomen, te beperken of uit te schakelen. Het plan staat in voor een betere veiligheid, gezondheid en welzijn van uw bedrijf.
Het JAP moet u voor 1 november van het lopende werkjaar voorleggen aan het CPBW of het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. Zij lezen het na. Eventueel komen er daarna enkele adviezen die van het Comité uitgaan.
4. Risicoanalyse voor bijzondere werknemers
Heeft u bijzondere werknemers in dienst? Dan moet u rekening houden met hun kwetsbare positie en hun recht op speciale bescherming.
Bijzondere werknemers zijn:
- Uitzendkrachten
- Nieuwe medewerkers
- Medewerkers in ploegenstelsel en nachtdienst
- Jongeren
- Stagiairs
- Zwangere vrouwen
- Moeders die borstvoeding geven
- Mensen van buitenaf die in uw gebouw of terrein werken
U moet tijdens het opstellen van uw risicoanalyse rekening houden met het feit dat de verschillende soorten bijzondere werknemers elk hun eigen specifieke kenmerken bezitten. Enkele van die kenmerken zijn bijvoorbeeld beperkt inzicht, weinig werkervaring, jeugdige leeftijd, zwangerschap en het geven van borstvoeding.
Heeft u nog vragen? Advies nodig? Doe beroep op specialisten
Heeft u nog vragen of nood aan advies of begeleiding? Via ons offerteformulier komt u in contact met de juiste specialisten die u antwoorden geven of ondersteuning bieden waar nodig. Ons offerteformulier is gratis en geheel vrijblijvend.